Fictie of een toekomstdroom?

Het is een donkere, druilerige avond in maart. De motregel zorgt voor een fijne nevel, in het schijnsel van de lantarenpaal lijkt het alsof er een voilen gordijn om me heen hangt. Ik voel me onrustig, terwijl ik sta te wachten op de mij opgedragen plaats. Geluiden dringen door het donker heen, autoportieren die dichtslaan, voetstappen die zich van me verwijderen, in de verte hoor ik een sirene en het gestage voortrazen van auto's over de snelweg.

Aan de rand van de stad, aan het eind van een straat, moest ik om 22.00 uur precies gaan staan, onder de laatste lantarenpaal. Mijn kledingvoorschrift was kort maar krachtig: mijn bodystocking met het spinnenwebmotief, geen bh, een kort leren rokje met een paar nylonkousen, en schoenen met een hoge hak. Op mijn smeekbede of ik alsjeblieft mijn lange leren jas aan mocht doen, kreeg ik als antwoord dat dat mocht, maar dat ik de gevolgen van mijn gezeur wel zou merken.
Verder mocht ik niets bij me hebben, behalve mijn sleutelbos. Niets. Geen paraplu, geen pakje sigaretten, helemaal niets.

De motregen zorgde al snel voor een rillend gevoel, mijn haar was doorweekt, mijn zorgvuldig aangebrachte makeup besmeurde mijn gezicht en ik beet mijn lip stuk van de spanning. Geen idee hoe lang ik hier al stond.

Voetstappen, voorbijgangers kijken naar me, ik voel hun vragende blikken maar houd mijn ogen op de grond gericht, zoals me is opgedragen.
Ik voel me alleen, eenzaam en gespannen. Voor de zoveelste keer controleer ik of alles in orde is, of ik de opdrachten op de juiste manier heb uitgevoerd. Mijn kleding is in orde, mijn kut is glad en kaal, ik heb alleen mijn sleutels bij me, verder niets. Alles is ok. Ongemakkelijk schuifel ik heen en weer op de hoge hakken, waar ik niet aan gewend ben.

Voetstappen, komen ze mijn richting uit? Ik geloof het wel. Met mijn handen langs mijn lichaam sta ik daar, mijn hoofd gebogen, mijn ogen neergeslagen, prikkend van de makeup die uitloopt door de regen.
Mijn hartslag versnelt, ik voel een blos op mijn wangen, als de voetstappen achter me stoppen. "Blijf voor je kijken, sletje" hoor ik U zeggen. Mijn hart maakt een sprongetje van blijdschap, daar bent U.

Zoals zoveel mensen, hebben we elkaar ontmoet via het internet. Ontelbare e-mails, chatsessies en onwerkelijke webcamsessies zijn vooraf gegaan aan dit moment. U heeft me, zonder lichamelijk contact, zonder ook maar een aanraking, al vele grenzen laten overschrijden. Elke centimeter van mijn lichaam heeft U gezien, iedere vezel van mijn spieren staat nu gespannen, is dit het moment dat U Uzelf aan mij onthult?

Kortaf en met een schijnbare desinteresse draagt U me op om de straat over te steken, en het portiek in te lopen van het pand recht tegenover ons. Om- of opkijken is verboden! Snel doe ik wat me opgedragen wordt, en loop naar het portiek. Eindelijk, uit de regen.
"Open de deur en loop naar binnen" klinkt het achter me. De deurklink geeft mee, de grote houten deur zwaait open en mijn ogen proberen te wennen aan het felle licht. Een hal, met een zwarte plavuizen vloer, geen versieringen, geen spiegels, niets. Rechts naast me staat een stoel, er zijn drie deuren en een trap naar beneden. De TL verlichting is genadeloos, ik moet er vreselijk uitzien nu. Gelaten sta ik daar, druipend en rillend van de kou. U duwt me naar voren, en draagt me op om me helemaal uit te kleden. Langzaam, te langzaam blijkbaar, knoop ik mijn jas los, en hoor Uw stem "Schiet op!" gevolgd door een ruk aan mijn haar. Met mijn trillende vingers wurm ik aan mijn knopen en ruk de jas los. Ik trek hem uit, en laat hem in Uw opdracht op de vloer vallen. Mijn schoenen, kousen, rokje en body volgen al snel. Mijn ogen staren naar het hoopje kleren op de vloer, ik voel me vernederd en verga van de kou, de tegelvloer is als ijs aan mijn blote voeten. De tranen branden achter mijn ogen, maar ik weet ze binnen te houden. Dit was toch wat ik zo graag wilde?

"Sluit je ogen" hoor ik u zeggen, vlak bij me. IJzingwekkend koud klinkt Uw stem, geen spoor van genegenheid, niets. Met gesloten ogen wacht ik op wat er komen gaat. Mijn tepels zijn keihard, door de kou, of... toch door de spanning? Ruw knoopt U een blinddoek rond mijn ogen, met een strakke knoop achter op mijn hoofd. Ik hoor gerinkel van metaal, en dan... nee, dit kan niet waar zijn! Toen we pas begonnen, heb ik U een lijst gestuurd, een soort checklijst van mijn ervaringen, verlangens, en uitgesproken Nee's. Een halsband was zo'n nee. Maar er zit iets rond mijn nek, dat is duidelijk. Ik voel met een hand aan mijn hals, het is geen halsband, het is een metalen ketting, die me voldoende ruimte geeft om te ademen. "Had ik gezegd dat je je mocht bewegen, sloerie?". Ik hoor iets van geamuseerdheid in Uw stem. Ik schud mijn hoofd. Een venijnige klap met zijn vlakke hand op mijn kont is mijn straf. Zo, die komt aan, het voelt direct heet en branderig.

Met een klik bevestigt U iets (een riem?) aan de ketting om mijn nek, en met een flinke ruk trekt U me mee. "Pas op, we gaan de trap af". Voorzichtig, voetje voor voetje tast ik voor me tot ik de eerste trede voel. Ik zoek naar de leuning, maar een harde tik op mijn hand maakt duidelijk dat dat niet de bedoeling is. Langzaam loop ik de trap af, af en toe een flinke ruk aan de ketting trotserend, het gaat waarschijnlijk niet vlug genoeg.

Beneden aangekomen lijkt het alsof U me rondleid, maar ik zie niets. Ik voel wel van alles. Een harde koude vloer, tochtvlagen langs mijn naakte lijf. Hitte dan, en ik hoor het knetteren van een haardvuur. U leidt me weg van de warmte en draagt me op om mijn benen te spreiden en mijn armen op mijn rug te houden. De spanning is bijna niet meer te dragen, ik word heen en weer gesleurd tussen angst en geilheid.
Met een ruk trekt u mijn polsen met de binnenkanten tegen elkaar, en ik voel hoe leren banden aangetrokken worden met gespen. Een rond mijn polsen, en een wat hoger, net onder mijn ellebogen. Strak, mijn schouders worden naar achteren gedwongen zodat mijn borsten nog meer naar voren geforceerd worden. Rond mijn enkels ook boeien, waartussen zo te horen een ketting gespannen wordt. "Beweeg niet!" is het laatste wat ik hoor. Ik wordt me bewust van een tochtstroom langs mijn kwetsbare, koude lichaam. Het knetteren van het haardvuur kan ik horen, maar de warmte voel ik niet. Ik ril en probeer zo stil mogelijk te staan. Overgegeven aan U. Machteloos. Gespannen.

Uw voetstappen verwijderen zich van me, en dan is het stil.


Sub anna ©



main