En dan was je een eind aan het typen, en dan is alles weg.
Even grof gezegd en kortweg: ondersoort is als door een natuurlijke - evolutie - er verschillen zijn ontstaan die op nog langere termijn waarschijnlijk zullen gaan zorgen voor het ontstaan van nieuwe soorten. Dat wordt tegenwoordig gedaan door het DNA van verschillende populaties met elkaar te vergelijken: soms zijn er geen uiterlijke verschillen en blijkt het DNA flinke verschillen te vertonen, soms zijn er uiterlijk flinke verschillen en blijkt het op DNA niveau erg mee te vallen. Tegenwoordig wordt met enige regelmaat bepaald dat twee soorten toch tot één soort gerekend moeten worden, en worden de populaties dan met ondersoorten aangegeven. Sinds wanneer we over ondersoorten zijn gaan spreken weet ik eerlijk gezegd niet. Ik vermoed vrij recent, omdat ik me niet kan herinneren dat ik ooit iets heb gelezen dat niet op DNA-analyse is gesteund.
Als we in de biologie spreken over rassen - de honden zijn al genoemd - heb je het eigenlijk altijd over een kunstmatig proces: door selectie en kruisingen fokken van juiste eigenschappen in planten en dieren, waarbij de mogelijkheden steeds groter worden trouwens. Bij dieren kun je bij de ethiek daarvan nogal twijfels hebben (heupdysplasie en andere lichamelijke ongenoegens), en persoonlijk zie ik in de landbouw ook een tweedeling: steeds maar doorveredelen naar goed, beter, best waarbij de genetische diversiteit en daarmee de bestendigheid tegen ziektes en plagen zodanig terugloopt dat je mag hopen dat Monsanto weer een nieuwe uitvinding heeft om je gewas te beschermen, of juist terug naar het oorspronkelijke plantje met zijn grotere ziekteresistentie. Er zijn genenbanken om van verschillende belangrijke voedselgewassen in de gebieden waar ze oorspronkelijk vandaan komen zoveel mogelijk genetisch diverse zaden nog te winnen. Bij bananen is dit bijvoorbeeld een groot probleem.
Zo bezien is het begrip ras bij mensen onzin. Ondersoorten niet: wij zijn homo sapiens sapiens, de Cromagnonmens was ook een homosapiens, en er zijn fossiele resten gevonden die eigenschappen van beide ondersoorten hebben. Linneaus benoemde wel nog 4 ondersoorten voor mensen, gebaseerd op kleur, maar dat onderscheid wordt tegenwoordig niet meer gemaakt. Helaas heeft het wel de basis kunnen leggen voor onze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de biologie: de eugenetica. Daar weet ik weinig van, maar wat mij betreft kun je dat geen wetenschap noemen, het zijn mensen geweest die op zoek waren naar een excuus voor het kunnen vergoeielijken van rasisme, en dan ben ik waarschijnlijk te lief in de omschrijving.
Even naar de schoolse genetica: Wat we op school leren is dat je 3 allelen hebt die je bloedgroep bepalen. IA, IB en i. In werkelijkheid zal de diversiteit iets groter zijn, alleen hebben niet alle verschillen in een gen gevolgen voor je bloedgroep. In dit geval zal het zijn dat een bepaald groepje verschillen ervoor zorgt dat er geen eiwit wordt gemaakt, of dat het eiwit niet in je rode bloedcellen wordt ingebouwd (allel i). Bij andere verschillen wordt het eiwit wel goed aangemaakt, maar zal waarschijnlijk een klein groepje "letters" in het gen zorgen voor een eiwit B i.p.v. A. Voor je bloedgroep zijn al die verschillende eiwitten A hetzelfde, maar het kan zijn dat een bepaald medicijn wel hecht aan de ene A, maar niet aan de andere A. Nu is het al zo dat de bloedgroepen bij verschillende bevolkingsgroepen niet gelijk verdeeld zijn. Ik weet alleen dat dat zo is, niet hoe dat ontstaan is, en of er bekend is wanneer dat ontstaan is (bv. vroeg tijdens de bevolkingverspreiding over de aarde: door toeval waren er bijvoorbeeld maar weinig allelen IA aanwezig, dan blijft dat waarschijnlijk in stant), of hoe en waarom. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het allel zelf, of het allel dat precies ervoor of erna zit, ooit gunstig is geweest tegen een nu niet meer bestaand virus. Daar kom je dus nooit meer achter.
Zie ook de volgende wiki-pagina, de ingeklapte tabellen laat de mooiste verschillen zien:
https://en.wikipedia.org/wiki/Blood_typ ... by_country
Kortom: Er zijn dus statistische verschillen in de genen, geen absolute verschillen, en die verschillen die er zijn worden nu wel kleiner. Sommige verschillen zijn verklaarbaar met mechanismen, maar dat zijn uitzonderingen.
Terug naar de medicijnen: van heel veel medicijnen is niet goed bekend hoe het precies werkt. Soms heb je mazzel dat je weet aan welk eiwit het medicijn hecht, maar dan nog is er veel variatie: Een atoom veranderen maakt een nieuw medicijn. Dat kan net weer even anders aan het eiwit hechten. 1 kleine verandering in je DNA die ervoor zorgt dat die aanhechingsplek in het eiwit er ff anders uitziet zorgt ervoor dat bij jou dat medicijn minder goed werkt. Ideaal zou zijn dat je met de eiwitten of het DNA uit een druppel bloed zou kunnen testen welk medicijn het beste voor je is, maar helaas is dat niet zo. Er zijn volgens mij wel bijvoorbeeld kankersoorten waarbij na een weefselkweek een aantal chemo's kunnen worden getest voor je ze toegediend krijgt. Als je al zulke grote verschillen ziet tussen bloedgroepen, is het volgende denk ik niet uitzonderlijk:
groep 1 reageert in 60% goed op medicijn A, en 40% op medicijn B; bij groep 2 zijn de percentages precies andersom. Dan begin je als je tot groep 2 behoort toch met medicijn B, want de kans dat dat werkt is 1,5 zo groot dan medicijn A. Maar als medicijn A 10 keer zo duur is, dan denk ik dat de kans toch groot is dat je denk dat je met een minderwaardig medicijn wordt behandeld. Ik kan me wel voorstellen dat het best lastig is om dit onderzoek te doen: het is een kwestie van datamining, en het is dus niet zo dat er een zwart-wit patroon tussen de medicijnen opduikt.
Inmiddels een tijd verder, dus let niet op de typfouten en niet-lopende zinnen. En de tijd is wat sneller doorgelopen dan ik dacht. Nog 4 uur en de wekker gaat. Ik hoop dat het een beetje duidelijker is, anders vraag maar in pb.